You are currently viewing Zelfstandigen en hun btw-aangifte: Hoe bereken je de omzetdrempel?

Zelfstandigen en hun btw-aangifte: Hoe bereken je de omzetdrempel?

Als kleine ondernemer hoef je misschien geen btw aan te rekenen – een mooie meevaller! Maar hoe weet je of je in aanmerking komt voor die vrijstelling? Het draait allemaal om de omzetdrempel van €25.000 per jaar. Dat klinkt simpel, maar er zijn heel wat nuances. Wat moet je precies meerekenen en wat mag je weglaten? In dit artikel duiken we in de details, zodat je precies weet hoe het zit en of jij gebruik kunt maken van deze regeling.

De drempel van 25.000 EUR

Kleine ondernemingen hebben een omzet die lager is dan 25.000 EUR per kalenderjaar. Op het eerste gezicht lijkt het eenvoudig om deze drempel te berekenen: tel alle afzonderlijke handelingen bij elkaar op. Maar dat is niet zo simpel. Sommige handelingen worden namelijk niet meegerekend. Een onderneming kan bijvoorbeeld een omzet van €40.000 hebben, maar als bepaalde handelingen uitgesloten zijn, kan de relevante omzet onder de drempel van €25.000 uitkomen.

Wat wordt wel en niet meegerekend?

Meegerekend wordt:
– Alle handelingen die onder de normale btw-regeling vallen.
– Vrijgestelde handelingen zoals uitvoer en intracommunautaire leveringen.
– Handelingen met onroerende goederen (zoals onroerende verhuur).
– Financiële en verzekeringshandelingen.

Niet meegerekend wordt:
– De overdracht van bedrijfsmiddelen.
– Vrijgestelde handelingen, zoals therapeutische diensten, met uitzondering van onroerende goederen.
– Handelingen die in het buitenland plaatsvinden.

Voorbeeld
Stel, een huisarts heeft therapeutische prestaties van €120.000 en niet-therapeutische van €17.000. De huisarts kan kiezen voor de vrijstellingsregeling, omdat de therapeutische prestaties niet meetellen voor de drempel. Als dezelfde arts ook ruimtes verhuurt voor €20.000, overschrijdt hij de drempel en kan hij niet langer voor de vrijstellingsregeling kiezen.

Vrijstellingsregeling: optie, geen verplichting

Het is belangrijk te weten dat de regeling voor kleine ondernemingen niet verplicht is. Een onderneming met een omzet onder de €25.000 kan ervoor kiezen om deze regeling niet te gebruiken en in plaats daarvan de gewone regels te volgen. Bij de start van de activiteiten moet een keuze gemaakt worden bij de indiening van aangifte e604A.

Overschrijding van de Drempel

Als de omzet gedurende het jaar boven de €25.000 uitkomt, moet de onderneming dit melden aan het bevoegde team Beheer KMO, per aangetekende brief of met formulier e604B. Vanaf dat moment gelden de normale btw-regels. Als de overschrijding uitzonderlijk is en de omzet niet boven €27.500 uitkomt, kan de vrijstelling behouden blijven.

Voorbeeld
Als je een omzet van €24.500 hebt en je verkoopt iets voor meer dan €500, moet je daar meteen btw op aanrekenen.

Van vrijstellingsregime naar gewoon regime

De overstap naar het gewone btw-regime is optioneel. Je kunt vrijwillig terugschakelen naar de normale regeling. Deze wijziging gaat in de maand na de aangifte. Maar als je de vrijstellingsregeling verlaat, kun je deze pas opnieuw aanvragen vanaf 1 januari van het derde jaar na de wijziging.

Voorbeeld
Als je op 19 oktober aangeeft dat je wilt overstappen, gaat het gewone regime in op 1 december.

 Van gewoon regime naar vrijstellingsregime

Bij de overstap van een gewoon btw-regime naar de vrijstellingsregeling zijn er twee mogelijke ingangsdata:
– 1 juli van het volgende jaar: aanvraag vóór 1 juni.
– 1 januari van het volgende jaar: aanvraag vóór 15 december van het jaar daarvoor.

Aanvang activiteit tijdens het jaar

Als je in de loop van het jaar begint met activiteiten, moet het drempelbedrag van 25.000 EUR proportioneel worden verlaagd, afhankelijk van het aantal kalenderdagen dat verstreken is sinds 1 januari tot de startdatum van de activiteiten.

Heb je nog vragen of twijfels over jouw situatie? Neem gerust contact met ons op voor meer informatie!